Tegenwoordig zijn we nog altijd niet klaar met het innoveren van auto’s, alhoewel ze nu al geweldig zijn. Zo is de kans groot dat we in de toekomst allemaal een zelfrijdende auto verzekeren via Kizi, wat mensen lang niet voor mogelijk hielden. In onze geschiedenis hebben er dan ook al veel innovaties plaatsgevonden op het gebied van auto’s. Lees hier meer over in dit artikel. 

Lastdieren 

Het begon allemaal met het paard. Of de kameel. Of misschien zelfs de hond. Niemand weet echt welk dier de prehistorische mensen het eerst hebben gebruikt. Mensen hadden de neiging om te blijven zitten en woonden meer lokaal dan nu. Als ze dingen moesten verplaatsen, moesten ze ze rivieren afdrijven of ze met een slee slepen. Dat begon allemaal te veranderen toen mensen zich realiseerden dat de dieren om hen heen brute kracht hadden die ze konden gebruiken. Deze lastdieren waren de eerste motoren. 

Wielen

Eerst werd de travois uitgevonden door de indianen om dieren aan elkaar te koppelen. De volgende grote stap was het toevoegen van wielen en het veranderen van sleeën in karren. Het wiel was een van de laatste grote uitvindingen uit de prehistorie. Niemand weet precies hoe wielen zijn uitgevonden. Een groep prehistorische mensen rolde op een dag misschien een zware lading op boomstammen toen ze zich plotseling realiseerden dat ze de stammen konden hakken als salami en de plakjes tot wielen konden maken. 

Ingenieurs

Een auto is als een kar met een ingebouwd paard. De ingenieurs die de eerste auto’s wilden maken, hadden een groot probleem: hoe ze de kracht van een galopperend paard in een kleine, betrouwbare motor konden persen. Dit lastige probleem belast de knapste koppen van vandaag nog altijd. De experimenten met stoom waren de eerste poging om het op te lossen, maar hoewel kolengestookte stoommachines uitstekend geschikt waren voor het trekken van treinen, werkten ze niet zo goed in auto’s. Afgezien van de geweldige motor zelf, moest je een mini-berg kolen en een tank vol water dragen. Enkele ingenieuze Europeanen gaan op zoek naar betere brandstoffen en compactere motoren. Ze waren een mengeling van “denkers” en “doeners”.

Henry Ford

Aan het begin van de 20e eeuw waren auto’s met benzinemotoren, die ontwikkeld waren door de Europese ingenieurs, snel, betrouwbaar en opwindend. Ze waren ook belachelijk duur. In 1893 had de eenvoudige Viktoria- auto van Karl Benz een prijskaartje van £ 9000, wat ongeveer £ 50.000 is vandaag, en bijna niemand kon er een betalen. Hij verkocht er dan ook slechts 45. Toen kwam een ??gedurfde Amerikaanse ingenieur genaamd Henry Ford (1863-1947) langs die besloot dat het anders moest. Zijn auto’s kunnen nu nog altijd verzekerd worden via Kizi.nl. De winnaar van Ford was toch wel Model T, wat gelanceerd werd in 1908. Dit was een auto die iedereen zich kon veroorloven, uiteindelijk werden er dan ook circa 15 miljoen exemplaren van verkocht. Dit wordt door veel experts gezien als het echte begin van de auto’s die iedereen kan betalen en gebruiken.